Tag Archief van: seo

Google bewijst: we deugen Ă©cht!

In tijden van crisis gaan we voor elkaar door het vuur. En is het niet – zoals we vaak denken – ieder voor zich.

Dat heeft Rutger Bregman al overweldigend aangetoond in zijn boek ‘De meeste mensen deugen’. Niet voor niets geef ik dat boek cadeau zo vaak ik kan.

EĂ©n vorm van bewijs leverde hij nog niet: ons zoekgedrag op internet. Maar nu, in coronatijd, kom ik het continu tegen. Zoals bij een zoekwoordenanalyse voor een tekst over de Voedselbank:

Kijk vooral naar de trendpercentages: sinds maart zijn die duizelingwekkend gestegen. En dit zijn nog maar 2 varianten van die zoekopdrachten. Kijk hier maar eens naar:

En de Voedselbank is niet de enige organisatie die op veel meer steun kan rekenen in coronatijd. Ik hoef hier niet veel bij uit te leggen; ik laat de cijfers graag voor zichzelf spreken:

Ik weet zeker: als ik me even druk maak, vind ik nog talloze andere zoekopdrachten waaruit ons altruĂŻsme blijkt.

Geloof de pessimisten dus niet

Op de radio, op tv, om me heen; ik hoor het mensen nog steeds zeggen:

“De mens is egoĂŻstisch. Kijk maar naar al die hamsteraars. Zie je wel: in tijden van crisis is het ieder voor zich.”

Dat soort uitspraken horen we zo vaak, dat velen er helaas in gaan geloven.

Want het klopt gewoon niet. Die hamsteraars? Dat was relatief gezien maar een kleine groep. ‘Ieder voor zich’? Rutger Bregman Ă©n Google bewijzen dat meestal het tegenovergestelde waar is. Als we dat nu eens Ă©cht gaan beseffen?

Lang leve de mensheid!

Dankzij dit soort cijfers durf ik te geloven dat we ook die ándere – veel langzamere maar uiteindelijk vele grotere – crisis de baas worden. Jawel: klimaatverandering.

SEO-teksten schrijven, hoe het niet moet (deel 2: keyword-stuffing)

Keyword-stuffing. Ook wel: keyword-spamming of in goed Nederlands ‘zoekwoordproppen’.

“Serieus, Arjan? Ga je het daar anno 2020 nog over hebben? Dat is zóóó 2003.”

Ik weet het. Maar waarom gebeurt het dan nog steeds? Waarom zie ik het zelfs gebeuren in webteksten van SEO-bureaus, die potverdorie toch beter zouden moeten weten?

Dus kan het geen kwaad dit kwaad wederom te benoemen. Omdat het iets zou moeten zijn wat we al in 2003 achter ons gelaten zouden moeten hebben. (O jee, 5 hulpwerkwoorden in 1 zin. Je kunt wel zien dat ik er helemaal emotioneel van wordt. 😱)

Wat is keyword-stuffing?

Hier een mooi voorbeeld:

Onbreekbare theeglazen gezocht?

Onbreekbare theeglazen vindt u bij ons. Wij maken onbreekbare theeglazen. Deze onbreekbare theeglazen verkopen we ook nog eens. Hier op onze website kunt u dus onbreekbare theeglazen kopen. Onze onbreekbare theeglazen zijn trouwens zeer betaalbaar. En, ook belangrijk voor onbreekbare theeglazen: het zijn Ă©cht onbreekbare theeglazen! Anders zouden we ze natuurlijk geen onbreekbare theeglazen noemen. Kortom: u wilt geen gewone theeglazen, u wilt onbreekbare! Theeglazen moet u dus hier kopen. Dus bent u op zoek naar goedkope onbreekbare theeglazen? Bestel dan nu bij ons uw onbreekbare theeglazen!

Nu onbreekbare theeglazen bestellen.

Dit voorbeeld van een hele foute SEO-tekst heb ik zelf verzonnen. Maar denk niet dat dit over-the-top is. Het komt voor. In mijn cursus gebruik ik deze klassieker, die rechtstreeks van internet komt:

Hier zit werkelijk alles in wat Google verboden heeft:

  • Overmatige herhaling van het product dat ze willen verkopen, in allerlei mogelijke varianten: meer- en enkelvoud, met en zonder spaties, al dan niet in combinatie met andere zoekwoorden;
  • Een eindeloze opsomming van plaatsnamen waar deze website op wil scoren;
  • Een nog veel eindelozere opsomming van producten waarop ze óók gevonden willen worden, in alle mogelijke varianten.

Nu zal ik je eens iets vertellen: ik vind het niet eens zo erg, dat ondernemers dat doen. Dat wil zeggen: ik vergeef het ze graag. Want ik ga er vanuit dat ze het zelf hebben gedaan. Ze hebben de SEO-klok horen luiden, maar de klepel weten ze niet te hangen.

Uiteindelijk willen ze gewoon hun handel verkopen. Daar is niets mis mee. En als je dan ergens opvangt dat zoekwoorden herhalen werkt, waarom zou je het dan niet proberen om hoger in Google te komen? (Nou, daar zijn goede redenen voor. Daar kom ik zo op.)

Maar als het gebeurt op de website van SEO-specialisten, dĂĄn breekt mijn klomp. En kan ik het ze nĂ­et vergeven. Want nogmaals: die moeten beter weten. Check deze tekst maar eens:

Hoe vaak kun je ‘bovenaan in Google’ in allerlei varianten in een tekst van krap 100 woorden proppen? Daarvoor moet je in ieder geval een paar zinnen verkrachten, zo blijkt:

  • ‘Begin 2013 stonden we al op pagina 1 hoog in de zoekmachine.’
  • ‘Bovenaan in zoekmachine?’

Onbegrijpelijk.

(Inmiddels heeft dit bedrijf z’n leven gebeterd. Deze tekst is niet meer terug te vinden.)

WaarĂłm moet je zoektermen eigenlijk niet overmatig gebruiken?

Velen zullen zeggen: omdat het niet meer werkt. Google kan je website zelfs terugzetten als je op deze manier probeert posities te winnen:

“Als u pagina’s vult met zoekwoorden of cijfers, leidt dit tot een negatieve gebruikerservaring en kan dit nadelig zijn voor de positie van uw site.” (Bron)

Maar dat het niet werkt, vind ik irrelevant. Het gaat namelijk om iets veel belangrijkers. Iets wat Google ook expliciet aangeeft in de zin hierboven: ‘ een negatieve gebruikerservaring’.

Dat is een nette manier van zeggen dat je bezoekers dit soort teksten klote vinden. Onleesbaar. Niet geschreven voor hén, maar voor de zoekmachinerobots. Je moet wel een retesterk USP hebben om deze belediging van hun intelligentie goed te maken, zodat ze alsnog contact met je opnemen.

DĂĄĂĄrom moet je zoektermen dus niet ‘stuffen’.

Hoe weet je of je aan het zoekwoordproppen bent?

Probeer je op enig moment geforceerd zoekwoorden in je tekst te stoppen? Dan ben je aan het proppen. Simpel, toch?

Maar als je een richtlijn zoekt: da’s lastiger. Niemand weet namelijk precies hoe Google dit bepaalt of berekent. Uit onderzoek zou het ‘proppercentage’ ergens tussen de 0,5% en 3% liggen. (Bron: https://www.rtmbusiness.nl/keyword-stuffing-percentage/)

Oftewel: als 0,5 tot 3 procent van je tekst uit hetzelfde zoekwoord bestaat, ben je al aan het keyword stuffen. Dus let op: als je één keer per 200 woorden je belangrijkste zoekterm gebruikt, kan dit door Google al als te veel worden beschouwd.

Nu hoop ik – en weet ik eigenlijk wel zeker – dat Google naar veel meer kijkt om te bepalen of je aan het forceren bent. Want nee, je moet niet expres zo vaak mogelijk een zoekterm gebruiken. Maar het moet ook niet zo zijn dat je het geforceerd gaat vermijden omdat je bang bent voor de Google-politie, terwijl je helemaal niets fout doet.

Het beste advies is en blijft in mijn ogen: schrijf je tekst op een zo natuurlijk mogelijke manier. En dat is: behalve in je titel (waar je belangrijkste zoekterm echt mĂłet staan) verder niet letten op hoe vaak je zoekterm in je tekst belandt. Meestal wijst het zich dan vanzelf.

Nog even over dat SEO-bedrijf met die spammy teksten


Dat bedrijf leerde ik kennen omdat we een gezamenlijke klant hadden. Die klant isoleert vloeren. Ze vroegen mij een mooie SEO-tekst te schrijven om die dienst beter te verkopen.

Ik leverde mijn tekst aan, en zij zeiden: “Dank je! We sturen ‘m door naar onze SEO-partner.” Niets mis mee, natuurlijk; er is altijd ruimte voor verbetering. Bovendien was ik wel benieuwd naar de mening van een andere specialist. Welnu, ik kreeg al snel een e-mail:

“Beste Arjan,

De tekst ziet er goed uit! Maar zou je de volgende termen nog kunnen verwerken:

  • isolatie vloer (2x)
  • isoleren vloer (2x)
  • isoleren vloer kruipruimte (2x)
  • vloer isolatie (2x)
  • vloer isoleren (3x)
  • vloer isoleren kruipruimte (1x)
  • vloerisolatie (4x)
  • vloerisolatie kosten (2x)
  • vloerisolatie prijs (2x)
  • vloerisolatie kruipruimte kosten (2x)

Succes!”

 

Ehm, nou
als ik dat had gedaan, moest ik om de zin zo’n term erin fietsen. Het had mijn tekst totaal met de grond gelijk gemaakt.

Ik weigerde. “Doe het zelf maar”, zei ik. En dat deden ze: niet lang daarna belde de opdrachtgever mij. Hoe ik het durfde om zo’n slechte tekst aan te leveren.

Je raadt het al: dat ging om de bewerkte tekst, waarin alle bovenstaande termen geforceerd verwerkt waren.

De klant zei: “O, dan ga ik hĂ©n even bellen.”

Daarna heb ik nooit meer iets van ze gehoord. Niet van de klant, niet van dat SEO-bedrijf. Begrijp jij het, begrijp ik het.

Maar keyword-spamming begrijpen we wél, hÚ? Dat is gewoon not done. Niet vóór 2003, niet nå 2003. En ín 2003 trouwens ook niet.

Nu wil ik geen bedrijf aan de schandpaal nagelen, maar



wie heeft er nog sappige voorbeelden van overmatig gebruik van zoekwoorden? Deel ze hieronder, graag zonder links en bedrijfs- of persoonsnamen. Het is altijd leuk om je even te verbazen en verwonderen, toch? Ter leringh Ă©nde – toegegeven – vermaeck. 😉

SEO-teksten schrijven, hoe het niet moet (deel 1: related keywords)

Vandaag begin ik een miniserie op m’n blog: hoe SEO-tekstschrijven níet moet. In deel 1:

De mythe dat je zoveel mogelijk ‘gerelateerde zoekwoorden’ in je teksten moet proppen. Want wees gerust: dat hoeft namelijk helemaal niet!

Wat zijn ‘related keywords’?

Op alexa.com vind ik de volgende omschrijving:

A related keyword is a term or phrase that is closely tied to a primary keyword. It is semantically related or a synonymy or variation of a primary keyword.

Vertaald: een gerelateerd zoekwoord is nauw verbonden aan je focus-zoekterm. Qua betekenis, of omdat het een synoniem is.

En dan zouden die gerelateerde termen je helpen om ‘de inhoud van je tekst beter uit te leggen’. Zodat ook zoekmachines je tekst beter begrijpen, classificeren en ranken. Kortom: zodat je hoger in die zoekmachines komt.

(Bron: How to find related keywords for your blog posts and webpages)

Hmmm
 đŸ€”

Zo werkt dat in de praktijk (dus niet)

Laten we de proef op de som nemen. Stel, ik ga een artikel schrijven over ‘webteksten schrijven’. Dat is dan ook mijn focus-zoekterm: de zoekvraag die ik zo goed mogelijk wil beantwoorden.

Hoe vinden we daarvan de gerelateerde zoekwoorden? Dat hoeven we gelukkig niet zelf te doen. Die data kunnen we met handige tools zó uit Google trekken. Als het om ‘webteksten schrijven’ gaat, ziet Google de volgende relaties:

Related keywords van 'webteksten schrijven'

En dit is nog maar de top 10. In totaal krijg ik 300 van deze termen voorgeschoteld. Dusseh
wat moet ik hier nu mee?

Hiermee zou ik volgens Alexa dus de inhoud van mijn tekst (over webteksten schrijven) beter kunnen uitleggen. Maar hĂłe dan?

Moet ik nu iets over ‘redigeren’ gaan vertellen? En het woordje ‘tekst’ in mijn tekst gebruiken? Bovendien nog zijsprongen maken naar een brief, e-mail en verhaal schrijven? Niet echt logisch.

Kijk, dat ‘zoekmachine optimalisatie’ in mijn tekst terechtkomt, dat kan ik me voorstellen. En iets over een inleiding, wellicht. Maar moet ik dat expres gaan doen? Het lijkt me dat ik die woorden pas gebruik als die logisch te verwerken zijn. Omdat ze in mijn verhaal passen. En niet omdat het toevallig op deze ellenlange lijst van ‘gerelateerde zoekwoorden’ staat.

Related keywords zijn niet automatisch relevant

Gerelateerde termen geforceerd in je tekst fietsen is om meer redenen niet logisch. Dat illustreer ik graag met een Ă©cht voorbeeld uit mijn eigen praktijk:

Ik had eens een klant die explosieveilige airconditioners verkoopt. (Jawel, die bestaan. Als je een fabriek hebt waar heel veel stof ronddwarrelt, kun je niet zomaar een airco ophangen. Anders kan ‘ie blijkbaar ontploffen. Yikes.)

Hij had al een ‘zoekwoordenanalyse’ laten doen door een andere partij. Maar dat was helemaal geen analyse. Dat was gewoon een uitdraai van alle related keywords. Letterlijk uitgeprint dus: een flink stapeltje A4’tjes. Puik staaltje werk, jongens. 🙄

Mijn opdrachtgever had zich laten vertellen dat al die woorden verwerkt moesten worden in de teksten. Zodat hij er vindbaar op werd. HĂ©, en ik ben SEO-tekstschrijver, dus daar wist ik wel raad mee!

Juist. Om welke aanverwante woorden ging het dan zoal? Nou, deze:

  • Explosie
  • Brand
  • Koele lucht
  • Werkplaats
  • Veiligheid
  • Etc.

En dan dus een lijst met 100-en van dit soort termen, hù? Ga d’r maar aan staan. Het 1ste wat ik tegen m’n klant zei? “Hier doe ik helemaal niets mee.”

Want waarom zou mijn klant in godsnaam gevonden willen worden op ‘explosie’ of ‘brand’? Gewoon even gezond verstand en logica:

StĂ©l dat het mij lukt om hem vindbaar te maken op ‘explosie’. (Dat is al heel onwaarschijnlijk, want er zit ongelofelijk veel concurrentie op.) Hoe groot is dan de kans dat zoekers op dat woord een explosieveilige airconditioner willen kopen?

Ik schat in: 0,00000000000000000000000001%. Toegegeven: dit is een ruime schatting.

Want wat zoekt iemand precies als die op ‘explosie’ zoekt? Een filmpje van een explosie? Een uitleg hoe een explosie werkt? Geen idee; de term is heel breed, en daarom ook heel abstract. Maar ik durf te wedden: ze zoeken in ieder geval NIET het product van mijn klant.

Het heeft dan ook geen enkele zin om dit woord koste wat kost in de tekst te gebruiken. Laat staan al die andere uit die eindeloze lijst van gerelateerde termen. Ook betwijfel ik of hij daardoor beter gevonden zou worden op de focus-zoekterm ‘explosieveilige airconditioner’.

 

Kortom: ‘gerelateerd’ wil nog niet zeggen ‘relevant’.

Zijn related keywords dan nergens goed voor?

Jawel. En om het artikel op Alexa recht te doen, moet ik ook nu uit hun artikel citeren:

  • They help marketers identify variations of phrases that searchers may be using to find content related to a topic. Markers can use variations of their primary keyword to target other phrases in pay-per-click ads (PPC).
  • They help publishers and marketers discover other topics to write about on their website. The related keywords provide inspiration for other blog posts.

Oftewel: gerelateerde zoektermen kunnen je helpen om je marketing beter te richten op de juiste doelgroepen. En om inspiratie op te doen voor andere onderwerpen waarover je op je website kunt schrijven. Daar kan ik het alleen maar roerend mee eens zijn.

Wat vind jij?

Ben je zelf SEO-tekstschrijver of zelfs een -expert, en vind je dat ik er helemaal naast zit? Let me know! Misschien zie ik wel iets heel belangrijks over het hoofd? đŸ€”

SEO-teksten schrijven: Ă©Ă©n tijdloze tip

Dus jij wilt zelf SEO-teksten leren schrijven? Grote kans dat je je dan afvraagt:

‘Wat zijn de actuele regels anno 2019?’

Want velen denken dat die regels ieder jaar veranderen. Welnu, ik heb nieuws voor je (en wellicht een geruststelling): 2018, 2019, 2025, 2055, 3999 – het jaartal maakt geen moer uit.

Goede SEO-teksten hebben Ă©Ă©n eigenschap die ze tijdloos maken. Om die te begrijpen, moeten we eerst een andere vraag beantwoorden:

Wat zijn SEO-teksten eigenlijk?

NIET ‘teksten voor Google’.

NIET teksten die ‘zoekwoorden’ bevatten.

NIET iets om ‘bovenaan in zoekmachines te komen’.

Nee:

Een Ă©chte SEO-tekst is de woordelijke personificatie van je doelgroep. Letterlijk je doelgroep vertaald naar tekst. Met een goede positie in zoekmachines als logisch resultaat daarvan. En niet als doel op zich.

Ooit gehoord dat je ‘vanuit je doelgroep’ en ‘in de taal van je doelgroep’ moet schrijven? Geen enkele andere schrijfmethode komt daar zó dichtbij als schrijven op basis van SEO.

Dus die tijdloze tip is (*tromgeroffel*):

Vertaal het zoekgedrag van je doelgroep naar de ultieme doelgroepgerichte tekst.

Inderdaad: dat gaat héél wat verder dan een paar zoekwoordjes in je tekst verwerken (zoals SEO-teksten schrijven nog te vaak gezien wordt).

Jamaar, hoe doe je dat dan? Dit schreeuwt om een

Voorbeeld

Stel, je bent dé specialist op het gebied van voetschimmel. Jawel, voetschimmel. En je wilt een artikel schrijven over de besmettelijkheid van deze aandoening. Wat ga je dan in je artikel zetten?

HĂ©, jij bent de specialist. Dus je schudt de tekst zo ff uit je mouw, ja toch? Nee dus. Want:

Veel mensen krijgen voetschimmel. En die vragen zich af: is het besmettelijk? Een goed deel van die mensen stellen deze vraag aan Google. Maar die groep vragenstellers is niet homogeen. Anders gezegd:

Niet iedereen stelt de vraag ‘is voetschimmel besmettelijk’ op dezelfde manier. Bij velen spelen er specifieke kwesties. Daar kom je achter als je de zoekvraag invult en de suggesties die Google geeft bekijkt:

Wat kunnen we hieruit afleiden? Best veel, eigenlijk:

  • Het gaat de vragensteller veelal niet om de angst anderen te besmetten, maar om zichzelf verder te besmetten (‘andere lichaamsdelen’, ‘voor handen’)
  • Er zijn ouders die bang zijn hun baby te besmetten (‘voor baby’)
  • De achterliggende reden van iedere zoekvraag over ‘voetschimmel besmettelijk’ (‘voorkomen’)
  • Sommigen formuleren alvast het gewenste antwoord (‘niet besmettelijk’). Het maakt niet uit of dit het antwoord daadwerkelijk is; zolang je deze vraag maar expliciet beantwoordt.

Hoe moet je hier nu naar kijken? Nou:

  • In de Google-zoekbalk staat het onderwerp van je tekst, of de benaming van je product of dienst
  • De suggesties die Google toont – de aanvullingen op de zoekterm – zijn de vragen die (on)bewust in het (achter)hoofd van je doelgroep spelen

(Natuurlijk zijn er nog veel meer suggesties. Wat je in het voorbeeld ziet, is slechts het topje van de ijsberg als het om de zoekterm ‘voetschimmel besmettelijk’ gaat. Een complete zoekwoordenanalyse ziet er heel anders uit.)

Wat moet je ermee? Simpel:
Beantwoord die aanvullende vragen – ja, allemaal – en je bedient je doelgroep op z’n wenken. Het enige wat je moet doen, is een logische tekststructuur bedenken waarin je al die vragen en antwoorden kwijt kunt.

O, en gebruik de woorden die je vindt letterlijk, en de woordcombinaties zo 1-op-1 mogelijk. De taal van je doelgroep, weet je nog?

Negeer jij het zoekgedrag van je doelgroep?

Omdat je liever teksten schrijft die in de eerste plaats “origineel, inspirerend en verrassend” zijn?

Dan heb je geen respect voor je doelgroep. Dan negeer je hun behoeftes en verlangens. Dan schrijf je alleen voor jezelf.

Ook prima. Maar schrijf dan een roman. Of een dichtbundel. Of in je dagboek. Maar geen teksten voor marketingdoeleinden. En al helemaal geen SEO-teksten. (Ja, klinkt bot, maar het Ă­s zo.)

Waarom deze tip tijdloos is

Hoe Google z’n algoritme ook aanpast; welke ‘SEO-trucjes’ er nu ook zijn en in de toekomst nog gaan komen; wat ik hierboven beschrijf verandert nooit zolang er zoekmachines bestaan:

Jouw klanten stellen vragen online. Vragen over zaken waar jij expert in bent. Die vragen kan jij (laten of leren) achterhalen. Om er vervolgens ragfijn op in te spelen.

En als jij het niet doet, doet je concurrent dat wel…


PS: als je nu denkt dat SEO-teksten niet origineel, inspirerend en verrassend kunnen zijn, zit je ernaast. Vond jij mijn tip bijvoorbeeld origineel of verrassend? En dit artikel origineel? Welnu, je las zojuist een SEO-tekst. HĂ©, je bent SEO-tekstschrijver of niet, hĂš? 😉


Het beste antwoord op iedere vraag

Of: waarom een zoekwoordenanalyse onmisbaar is

Stel je eens voor: dagelijks geeft Google antwoord op 3,5 miljard(!!!) zoekvragen.

En op iedere vraag komt een antwoord. ZĂł vanzelfsprekend. Maar als je er even bij stil staat, dringt het wonder zich op.

Toch is dit wonder voor de zoekmachinegigant niet genoeg. Ze willen namelijk niet zomaar een antwoord geven. Nee:

Google wil het antwoord geven:

Het allerbeste antwoord op iedere mogelijke zoekvraag.

En dat kunnen ze niet alleen. Daar hebben ze ons – degenen die internet vullen met onze websites en blogs – hard bij nodig.

Google houdt zich bezig met het optimaliseren van hun algoritme: zodat de website met dat allerbeste antwoord, beloond wordt met de hoogste positie.

Ons aandeel is dat antwoord te leveren

Maar o, wat laten we de zoekmachine in dat opzicht maar al te vaak in de steek.

Met iedere update van het algoritme proberen we de regels naar ons hand te zetten. De afsnijroute te vinden naar de top van Mount Google. En de slimste Rikken vinden ‘m nog ook.

Maar die strategie is altijd kortetermijn: Google ontdekt de stiekeme paadjes altijd. En sluit die af. Waarna wij weer naarstig op zoek gaan naar nieuwe.

Op deze manier zijn al vele valse SEO-strategieën een terechte dood gestorven. Mount Google telt wat dat betreft minstens zo veel lijken als Everest


Dan zijn er nog ondernemers die Google links laten liggen. ‘Ik wil niet schrijven voor robots.’ (Echt, als dat nog steeds je mening is, ben je toe aan een update.)

Maar wat nu als
?

Wat nu als we onze rol vervullen?

Wat nu als iedere webtekst die we schrijven, vanaf nu geschreven is met het oprechte doel dat allerbeste antwoord te formuleren op de corresponderende zoekvraag?

Wat nu als we Google als samenwerkingspartner zien. In plaats van een geminachte minnares die we met trucjes om de tuin (ver)leiden?

Is dat een hele gekke gedachte? NaĂŻef, misschien zelfs?

Tekstschrijvers van Nederland, collega’s!

Dit is in feite een oproep aan jullie.

De tijd dat we ons oor te veel te luister laten liggen bij onze opdrachtgevers is voorbij. Met alle respect voor hen, bijna nooit weten zij wat hun klanten Ă©cht willen horen.

(Hoe vaak heb jĂ­j een tekst tegen je zin aangepast omdat hij vooral zijn eigen verhaal wilde doen? Juist.)

De tijd dat je Google kan negeren, heeft nooit bestaan. Het is tijd om een andere bril op te zetten.

Het wordt tijd dat we Ă©cht naar de doelgroep luisteren

Naar hun vragen, die ze massaal aan Google stellen. En dĂĄĂĄr het allerbeste antwoord op geven, namens onze opdrachtgevers.

En hoe achterhalen we die vragen? Juist:

Met een zoekwoordenanalyse

DĂĄĂĄr vinden we de goudeerlijke input die we nodig hebben om de ultieme doelgroepgerichte tekst te schrijven. Want:

Wat is een zoekwoordenanalyse anders dan een interview met de klant van onze klant?

En die discussies met je opdrachtgever over wat er in de tekst moet? Die win je altijd. Want jĂ­j kan je keuzes motiveren en onderbouwen op basis van keiharde data.

Het zou de basis moeten zijn van iedere tekst die je schrijft

Een zoekwoordenanalyse uitvoeren moet dus tot je basisvaardigheden behoren. Nee, veel sterker:

Het is nu al de belangrijkste vaardigheid die je als tekstschrijver moet bezitten.

Anno 2022 moet je niet meer ‘gewoon’ een freelance tekstschrijver zijn. Je moet een freelance SEO-tekstschrijver zijn.

Hoe kun je immers het beste antwoord geven, als je de vraag niet kent?

Hoe goed je ook kunt schrijven?

(En het mooie van schrijven op deze manier: het is de duurzaamste SEO-strategie die je maar kunt bedenken. Google zal goede SEO-teksten, goede content, altijd blijven belonen.)

En vergis je niet:

Steeds meer opdrachtgevers beseffen dit

En zullen steeds vaker hun tekstleverancier daarop selecteren.

Denk dáár eens over na
en onderneem actie.

Rara: welke webtekst is geen webtekst?

Deze week heb ik een raadsel voor je: welke webtekst is geen webtekst en is héél slecht voor je vindbaarheid?

Omdat ik het antwoord nog niet wil verklappen, heb ik de rest van dit blog verborgen. Klik op het plusje hieronder om het artikel uit te vouwen. Maar vóórdat je dat doet: denk er even over na. En niet stiekem googelen, hÚ?

Diep nagedacht? Ok dan, daar gaan we:

Webteksten in plaatjes!

Ik kom het nog steeds vaak tegen: websites die voor een groot deel of zelfs volledig opgebouwd zijn uit afbeeldingen. Zoals deze website:

Je ziet een hoop tekst
maar het ís geen tekst. De hele pagina is opgebouwd uit deze 2 afbeeldingen:

Logo, menu, footer en de webteksten zelf: geen echte teksten, maar plaatjes.

(Inmiddels heeft Printsquare een nieuwe website, zĂłnder webteksten-die-geen-webteksten-zijn.)

Prima, maar
wat is daar dan mis mee?

Goede vraag. Of misschien snap je ‘m allang: hoewel de bezoeker je tekst natuurlijk heus wel kan lezen, Google (laat staan andere zoekmachines) kan dat niet.

Oftewel: je webtekst-die-geen-webtekst-is kan de meest fantastische zoekwoorden bevatten, 100% SEO-geoptimaliseerd zijn, maar zolang het een plaatje is kan Google er niets mee.

Je vindbaarheid op tekst in een plaatje is 0,00000000000000000000000000000000.

Tegenwoordig bekijken heel veel bezoekers je website ook op een klein scherm. De websites van tegenwoordig passen zichzelf automatisch daarop aan: tekst schaalt mee. Maar tekst op een plaatje? Die dus niet. Vind je bezoeker niet prettig, en Google óók niet. Kost je dus zowel gebruikersvriendelijkheid als vindbaarheid.

Nog een voorbeeld, van een administratiekantoor:

Een website…maar in feite een opgemaakte flyer die zonder na te denken op internet is geslingerd.

(Inmiddels is dit administratiekantoor gestopt. Misschien vanwege de slechte vindbaarheid op internet…?)

Jouw héle website is waarschijnlijk geen plaatje

Bovenstaande websites zijn enkele extremen. Geen webbouwer die vandaag de dag nog zoiets durft af te leveren (hoewel…). Maar de doe-het-zelvende ondernemer weet soms niet beter.

Webbouwers reken ik het aan, doe-het-zelvers niet; juist daarom schrijf ik dit artikel. Bovendien:

Op kleinere schaal gebeurt het nog héél vaak

Ga eens kritisch door je eigen website. Gebruik jĂ­j plaatjes met belangrijke tekst, waardoor je SEO-kansen mist? Het zou best kunnen. Veel ondernemers beseffen het niet eens.

Enkele voorbeelden:

Van de website van een schoonheidssalon. Op de homepage worden populaire behandelingen getoond, en dat is slim. Maar de namen van die behandelingen (waarschijnlijk belangrijke zoektermen) zijn hier onderdeel van het plaatje. Doodzonde voor de SEO, dus!

Creatief bedacht: de tekst van het aanbod op een vel uit een grootformaat printer…maar voor de vindbaarheid van deze drukkerij doet het helemaal niets, want het is een plaatje!

Let op de prijslijst. Dat is waarschijnlijk gewoon hun folder, die ze online hebben gekwakt. En die zit boordevol belangrijke zoektermen. Slecht voor hun SEO, dus.

Aiaiai…de hele header van bovenstaande website is een plaatje, dus inclusief de contactgegevens. Die informatie staat nĂ©rgens anders op de website, zelfs niet op de contactpagina! Die bestaat slechts uit een formulier. En juist contactgegevens zijn zo belangrijk voor je lokale vindbaarheid…

Zie Google als een weegschaal:

De zoekmachine weegt jouw woorden af tegen die van je concurrenten. Wat je wilt is dat jóuw woorden qua SEO zwaarder wegen. Want dan kom je hoger. Wellicht zelfs op nummer 1. (Hoewel dat van veel meer afhangt dan woorden alleen.)

Teksten die in werkelijkheid een afbeelding zijn, kun je beschouwen als bruto gewicht. Bij het wegen van je website tellen ze niet mee. Netto leg je minder gewicht in de schaal. Al gaat het slechts om enkele grammetjes, voor Google kan het de doorslag geven. De schaal valt nét niet jouw kant op. Simpelweg zonde.

Geef afbeeldingen óók SEO-kracht mee

Uiteindelijk heb je natuurlijk wél afbeeldingen op je website: je logo, productshots, een foto van jezelf, etc. Ook daar gelden enkele eenvoudige SEO-regels voor. Volg ze op:

  1. Geef de bestandsnaam een zoekterm mee

Dus bijvoorbeeld ‘administratiekantoor-amsterdam.jpg’. Gebruik GEEN bestandsnamen als ‘DSG100241.jpg’, die je mobiel of camera standaard uitpoept. Dat zegt zoekmachines niets.

  1. Gebruik een zoekterm in de alt-tekst

Je kunt in elk CMS een zogenaamde ‘alt-tekst’ meegeven aan een afbeelding. Die zie je wanneer een afbeelding niet geladen wordt. Verwerk daarin een zoekterm.

Ok. Nu ken je het antwoord op het raadsel

Check nu of jij plaatjes op je website hebt, die doen alsof ze webteksten zijn. Check, met andere woorden, of jouw website al het maximale woordgewicht in de schaal legt.

Hoe preuts is Google?

Let op: Dit blogartikel bevat EXPLICIET taalgebruik. Lees verder op eigen risico.

Google censureert zoekopdrachten. Let op: dus geen zoekresultaten (ja, waarschijnlijk óók), maar al daarvóór. Wanneer jij je vraag intikt.

Ooit opgevallen? Als je erover nadenkt, is het heel logisch. Het gaat immers om een Amerikaans bedrijf. Er zijn tere kinderzieltjes te beschermen! En diepste drijfveren te ontkennen.

Ervaar de censuur zelf:

  • Tik het zoekwoord ‘perforator’ in bij Google. Dan krijg je suggesties:

perforator

  • Doe nu hetzelfde met ‘porno’. Dan krijg je niets. Geen enkele aanvulling.

Test – als je wilt – meer seks(e)gerelateerde termen. Je zult zien dat je ook dan niet geholpen wordt door de zoekmachine.

Dát is dus wat ik bedoel met ‘censuur’.

(Overigens krijg je – grappig genoeg – wĂ©l weer suggesties met de zoekterm ‘seks’. Blijkbaar is die netjes genoeg. Terwijl je bij woorden als ‘borst’, ‘penis’ en ‘vagina’ nul op het rekest krijgt. ‘Anus’ is daarentegen wĂ©l weer salonfĂ€hig. Wie bepaalt dit eigenlijk?!)

'anus t-shirt'? WTF?!

‘anus t-shirt’? WTF?! đŸ˜±

Jammer, voor ons zoekgedrag-analisten

De aanvullingen die Google geeft, die bedenken ze natuurlijk niet zelf. Alle gegeven termen zijn door zoekers ingevuld.

Daarom zijn de Google-suggesties ook goud waard voor SEO-tekstschrijvers zoals ik: het is alsof je de klant van je klant interviewt. Zodat je op hun vraag kunt inspelen.

Zo bezien is het ironisch: datgene waar ook online verreweg de meeste vraag naar is, wordt door Google afgeschermd. Sex sells; what else is new?

Google’s preutsheid legt ook een zwakte bloot

Een zwakte der techniek, der interpretatie. Daar kwam ik laatst achter, tijdens een zoekwoordenanalyse voor Ă©Ă©n van mijn klanten.

Die verkoopt namelijk glaszuigers. Van die hele onschuldige dingen, die zich vastzuigen aan ruiten. Zodat ze door mens en machine veilig getild kunnen worden.

Op ‘glaszuiger’ zit vrij veel zoekvolume: 720 per maand. Groot was dan ook mijn verbazing, toen Google geen enkele aanvulling gaf. Niets! Dat kán simpelweg niet bij zo’n populair zoekwoord.

De verklaring achterhaalde ik snel genoeg. En jij raadt het vast ook al: het zit ‘m in zuiger. Dat is natuurlijk ook wel een heel vies woord, hù? 😜

De glaszuiger. Wat kun je daar nog méér mee behalve glas tillen...? You dirty mind, you.

De glaszuiger. Wat kun je daar nog mĂ©Ă©r mee behalve glas tillen…? Oh! Echt?! Wow. You dirty mind, you. đŸ€Ł

En het stopt niet bij de glaszuiger. Ook de stofzuiger is blijkbaar te seksueel getint. Evenals ‘zuigerklep’, ‘bloedzuiger’, ‘uitzuiger’, ‘duimzuiger’ en ga zo maar door.

Tip om tĂłch suggesties te krijgen

Wil je tóch suggesties bij onterecht afgeschermde zoektermen als ‘zuiger’? Probeer dan andere zoekmachines, zoals Bing. Die is al veel minder preuts. Of technisch slimmer, zo je wilt.

TĂłch nog een compleet zoekwoordenonderzoek voor mijn klant. :-)

Tóch nog een compleet zoekwoordenonderzoek voor mijn klant. 🙂

Maar ook Bing, en zelfs onze eigen zoekmachine Ilse (wie gebruikt díe nog?), schermen té seksuele, controversiële en anderszins gevoelige termen af.

Toch is Ilse uiteindelijk overduidelijk een Hollandse creatie: je krijgt misschien geen suggesties bij seksuele zoektermen, maar wĂ©l direct een overlay vol erotiek-links. 😎

Zo ken ik Nederland weer. ;-)

Zo ken ik Nederland weer. 😊

(Je vraagt je nu af: wat hĂ©b ik aan deze informatie voor mijn seo-teksten? Nou ja…niets. Ik liep ertegenaan en wilde dat met jou delen. PĂșĂșr entertainment!)

Waarom ik webbouwer had moeten worden

Ik klaag niet graag. Maar soms vervloek ik ondernemend Nederland. En mezelf; vanwege mijn beroepskeuze. En dan te bedenken dat het gemakkelijk anders had kunnen lopen, allemaal


Waar héb ik het in godsnaam over? Nou, dit:

zoekvolume-battle

Zie hier het verschil in vraag naar 2 nauwverwante diensten.

Onvoorstelbaar:

Iedere maand gaan er ruim 7.000(!) nieuwe websites in productie. In werkelijkheid zijn het er veel meer: bedrijven zoeken ook heel veel lokaal (‘website laten bouwen amsterdam’, bijvoorbeeld).

Had ik dus tĂłch mijn opleiding Informatica moeten afronden en webbouwer moeten worden. Maar nee, ik moest zo nodig neerlandicus worden. Sukkel.

Maar ik vraag me af:

Hoeveel van die duizenden ondernemers hebben nagedacht over de inhoud en opzet van hun website? Niet veel, getuige de 30 schamele zoekopdrachten per maand naar mijn dienst.

Toegegeven, er is een aantal varianten: ‘seo teksten laten schrijven’, ‘blog laten schrijven’. En ik target ze allemaal op mijn website. Maar dan nog komt het totale zoekvolume nauwelijks boven de 100


En wat het nog erger maakt:

De vraag naar websites is véél groter dan het aanbod:

website-laten-bouwen-concurrentie

Dat is bijna 4,5 website per webbouwer per maand.

Dat geldt niet voor de vraag/aanbod-verhouding van webteksten:

webteksten-laten-schrijven-conc

Omgerekend: 0,3(!) opdrachten per tekstschrijver per maand. (Maar goed dat ik het grootste deel van de markt naar me toetrek. 😉)

Het verklaart een hoop

Waarom ik vaak pas zo laat bij website-trajecten betrokken wordt, met name. Pas als het webdesign Ă©n de technische bouw al zo’n beetje gereed zijn. ‘Nu alleen de tekstjes nog even’, denkt de ondernemer. En daar komt ‘ie:

‘Kun je teksten schrijven die in dit ontwerp passen?’

*zucht*

Ja, dat kan ik. Op zich. Maar nee, dat wil ik niet.

Hoe weet je nu hoe je website eruit moet zien, als je nog niet eens weet wat de inhoud is?

Design moet content volgen. Niet andersom. Eerst weten wĂĄt je wilt. Dan pas hĂłe.

Dus ondernemer, alsjeblieft!

Stel jezelf deze vraag:

Eén simpele vraag vóórdat je op zoek gaat naar een webbouwer (of SEO-tekstschrijver):

‘Waarom wil ik een nieuwe website?’

Pas wanneer je die vraag goed kunt beantwoorden, ben je zinvol bezig. En dan bedoel ik niet antwoorden als ‘hij ziet er ouderwets uit’, of ‘hij moet gemoderniseerd worden’ of ‘de teksten moeten zakelijker’.

Nee, ik bedoel een keuze gebaseerd op subvragen als:

  • ‘Wat levert de huidige website op?’
  • ‘Wat zijn de doelstellingen?’
  • ‘Hoe bereiken we die doelstellingen?’

En daaruit volgt uiteindelijk:

Een websiteplan

WTF?! Briljant! DĂĄt zou een product moeten zijn. HĂ­er zouden 1000-en ondernemers per maand naar moeten zoeken:

‘websiteplan laten maken’

Met daarin onder andere een 0-meting, goede zoekwoordenanalyse, optimale websitestructuur, (functioneel) ontwerp en argumentatie. En pas dĂĄn webteksten laten schrijven. Pas dĂĄn een website laten maken.

Een betere tip voor je website kan ik je werkelijk waar niet geven.

Vanaf nu verklaar ik een nieuwe markt voor geopend

Wie weet boor ik er met dit artikel een klein gaatje in. Dan weet ik wel hele goede professionals om dat te vullen



die mij vervolgens weer inschakelen om webteksten te laten schrijven. ;-)

Wat je van een 2-jarige kunt leren over online vindbaarheid :-)

Ooit verstoppertje gespeeld met een 2-jarige? Geniaal: óf ze verstoppen zich midden in de kamer, óf ze roepen ‘Hier ben ik!’ voordat je goed en wel was begonnen met zoeken. XD

Zo ongeveer, dus:

"Papa vindt me nóóit...!"

“Papa vindt me nóóit…!”

Voor ons website-eigenaren schuilt wijsheid in de manier waarop kleuters het spelletje spelen: het gaat bij verstoppertje helemaal niet om onvindbaar te zijn.

Het gaat om gevonden worden

Tom Waits begreep dat ook, toen hij het hartverscheurende lied ‘Georgia Lee’ schreef:

“Close your eyes and count to ten
I will go and hide but then
Be sure to find me. I want you to find me
And we’ll play all over
We will play all over again”

Verstoppen met tegenzin. Want stel je voor dat je nĂ­et gevonden wordt. Dan ben je verloren.

Als het om je website gaat een waarheid als een koe:

Onvindbaar zijn is geen optie. Gevonden worden door je potentiële klanten, dåår gaat het om. Via Google, uiteraard. Maar daar begint het pas!

Prachtig, natuurlijk, als de ene na de andere bezoeker je website vindt via zoekmachines (of langs andere weg). Gratis bezoek. Gratis kans op klanten.

Maar wat gebeurt er nådat bezoekers op je website komen? Kunnen ze dån vinden:

  • Hoe je (bedrijf) heet?
  • Wat je hen te bieden hebt?
  • Of jij hun probleem kunt oplossen?
  • Waarom jij de allerbeste keuze bent?

Kortom: kunnen ze jĂłu vinden op je website? Verstop je je als een 2-jarige?

Veel ondernemers maken het hun bezoekers niet makkelijk

Vast niet met opzet, hoewel dat soms bijna niet te geloven is.

Op de een of andere manier houden bedrijven ervan: verstoppertje spelen met hun online bezoekers. Potentiële klant na potentiële klant haakt af, want datgene wat ze zoeken, vinden ze niet. En dus zijn zij verloren (zowel de ondernemer als de bezoeker).

Ik heb zelf eens gezocht, en vond:

5 effectieve manieren om verstoppertje te spelen met je bezoekers:

  1. Je website zo onvindbaar mogelijk maken
  2. Hardnekkig niet noemen of vaag zijn over wat je biedt
  3. Nergens duidelijk je Unique Selling Points vermelden
  4. Vooral niet duidelijk vermelden hoe men je kan bereiken
  5. Je verstoppen achter een contactformulier

1. Je website zo onvindbaar mogelijk maken

Als je niet weet waar je potentiële klanten op zoeken, is de kans levensgroot dat je het niet goed doet in Google.

Traditionele SEO (1000x herhalen van bepaalde zoekwoorden) werkt allang niet meer, maar belangrijke zoektermen die je doelgroep gebruikt op een natuurlijke manier verwerken in je SEO-teksten wél.

Hoe kom je achter die zoekwoorden? Daar zijn veel krachtige tools voor. Tik alleen al je aanbod in in de Google zoekbalk, en je krijg suggesties voor goede keywords.

2. Hardnekkig niet noemen of vaag zijn over wat je biedt

Ik gaf in 2013-2014 meer dan 300 websites 3 tips om hun webteksten te verbeteren. Heel veel tips gingen over de eenvoudige vraag: ‘Wat dóe je nu eigenlijk?’.

Er zijn nog veel te veel websites die je minutenlang kunt bekijken, zonder dat je precies weet wat de organisatie te bieden heeft: welke problemen ze oplossen voor welke doelgroep.

Zoals op deze website:

Van der Laan Elektro

Gebruik de tagline en een goede titel om je bezoekers direct bij hun nekvel te grijpen: DIT is wat ik doe, en daarmee los ik DEZE PROBLEMEN voor JÓU op. Zeg het gewoon helder en concreet, zonder jargon.

3. Nergens duidelijk je Unique Selling Points vermelden

Je bent vast niet de enige die doet wat je doet. Maar niemand doet het precies op jóuw manier. Jij bent onderscheidend! En dat kun je bewijzen, ook. Toch? Toch?! Nou, laat dat dan zien op je website!

Geef bezoekers een reden om voor jou te kiezen, en voor niemand anders. Verstop die USP’s niet op een subpagina, maar gooi ze in het gezicht van je bezoekers, gewoon, op de homepage. Laat ze opvallen.

Zoals op deze website:

Vertaalbureau

En zelfs als je USP’s niet helemaal uniek zijn, vermeld ze dan tĂłch. Zoals bol.com: ze zijn allang niet meer de enige met de slogan ‘vandaag besteld, morgen in huis’. Maar ze vermelden het wĂ©l, want bezoekers willen die zekerheid.

4. Vooral niet duidelijk vermelden hoe men je kan bereiken

Is mij vaak genoeg overkomen: ik wil mailen, bellen, of een adres weten. Maar die gegevens zijn nergens of heel moeilijk te vinden op de website. Ze missen een menu-item ‘Contact’, of stoppen die pagina weg in een submenu. Plaats die pagina prominent als laatste item in je menu. Altijd.

Zorg dat jouw bezoeker het gevoel krijgt dat je aan alle kanten benaderbaar bent: vermeld (mobiele) telefoon, e-mail, adres en plaats. Het liefst niet alleen op de contactpagina: zet ze ook op vaste plekken op je website, zoals in zijbalken en footers.

5. Je verstoppen achter een contactformulier

Een contactformulier is heel handig. Maar veel websites hebben alleen een contactformulier. Geen telefoonnummer of e-mailadres, nee, alleen op de pagina ‘Contact’ een kil contactformulier. Dat me ook nog toebijt dat ik allerlei verplichte velden in moet vullen. En daarna is het maar afwachten of er contact met me opgenomen wordt.

Nee, laat dan maar. Dan zoek ik wel even verder. Ik heb nooit vertrouwen in die dingen.

Als je een contactformulier hebt, vertel er dan bij hoe lang het maximaal duurt voordat je contact opneemt. Dat verhoogt het vertrouwen dat er iets gaat gebeuren.

Maar vooral: vermeld gewoon je contactgegevens. En gebruik een contactformulier alleen als alternatief voor bellen of mailen. Zodat de bezoeker zelf kan kiezen wat hij prettig vindt.

Ja. Internet is Ă©Ă©n grote verstopplek, waarop iedereen gevonden wil worden

Hier zijn we allemaal 2 jaar. Maar we zijn nog niet allemaal even bedreven in de kunst van onszelf vindbaar en toegankelijk maken.

Soms hebben we anderen nodig, die tegen ons zeggen dat we te goed verstopt zijn. Bij deze. ;-)

Laat jij je website door Google bepalen?!

Sommige (veel?) mensen hebben iets tegen Google. Sommige (veel?) mensen zijn zelfs tegen Google. De zoekmachine heeft te veel invloed, te veel macht. Vinden velen.

Tja.

Daar zit wat in, wanneer ruim 9 van de 10 internetgebruikers zoekt via dezelfde website. Google bepaalt ten dele ons wereldbeeld.

Logisch dat we Google onze website laten bepalen dan, toch?

Of niet…?

Google heeft zĂł veel macht, dat het lijkt alsof sommige (veel?) mensen denken dat de zoekmachine een zelfstandige entiteit is. EĂ©n groot zelflerend brein dat opereert bĂșiten ons allen om. Een brein dat dicteert hoe een website gebouwd en hoe SEO-teksten geschreven moeten worden (want het doet immers niets anders dan websites beoordelen en rangschikken).

Het is waar

Het is waar dat Google leert. Het is waar dat Google (be)oordeelt. Het is waar dat Google rangschikt.

Maar het is pertinent ONWAAR dat Google dat allemaal zelfstandig doet, als ware het alwetend.

Wacht ff. Waarom héb ik het hier eigenlijk over?

Omdat ik onlangs weer een discussie had met een klant over mijn SEO-teksten, uiteraard gebaseerd op een Google-zoekwoordenonderzoek.

(Voor de duidelijkheid: ik baseer zowel websitestructuren als webteksten op deze onderzoeken.)

Hij zei:

‘Ik wil niet dat Google bepaalt hoe mijn website eruit ziet.’

Yikes.

Ziedaar de klassieke denkfout over Google en SEO, die je nog steeds vaak tegenkomt, zélfs bij online marketeers en contentspecialisten.

Deze denkfout ontstaat wanneer je inderdaad denkt dat Google zelfstandig opereert.

Waar – denk je – haalt Google zijn data vandaan?

Die sleuteltermen die ik achterhaal door een zoekwoordenonderzoek
heeft Google die zelf bedacht?

Die zoekvolumes – hoe vaak per maand er gezocht wordt op een bepaalde term – genereert Google die zĂ©lf?

Nee. Natuurlijk niet.

Wij, met z’n allen, voeden Google met miljarden zoekopdrachten per dag

Wanneer we op zoek zijn naar bepaalde producten of diensten, vertonen we zoekgedrag. Een goed zoekwoordenonderzoek brengt dat gedrag aan het licht. Zodat we daarop kunnen inspelen met onze websites.

NIET omdat we bovenaan in Google willen komen. Maar omdat we onze bezoekers op hun wenken willen bedienen!

(NaĂŻef, ik weet het. Voor sommigen (velen?) is ‘bovenaan in Google komen’ wel dĂ©gelijk het hoogste doel.)

Een praktijkvoorbeeld:

Stel, je begint een webshop in onderzetters.

Wat vinden je klanten belangrijk aan onderzetters? Naar welke specifieke onderzetters is (de meeste) vraag?

Ziehier een fractie van wat het zoekwoordenonderzoek zou opleveren:

onderzetters

Uit deze paar gegevens kun je nu al concluderen dat:

  • Er maandelijks behoorlijk wat vraag is naar onderzetters
  • Onderzetters met foto populair zijn
  • Mensen specifiek zoeken naar onderzetters voor glazen (naast bijvoorbeeld voor pannen)
  • Dat er ook merkspecifiek gezocht wordt
  • Dat er naar onderzetters die eruitzien als of gemaakt zijn van een boomstam weinig vraag is

Google is een bril

Een bril die je op kunt zetten om door de ogen van je doelgroep naar je eigen aanbod Ă©n website te kijken. Ik voorspel je: dan zie je opeens haarscherp wat er schort aan hoe je website is opgebouwd en je webteksten zijn geschreven. Keer op keer maak ik dat mee.

DĂĄĂĄrom noem ik mezelf ‘SEO-tekstschrijver‘. Omdat ik alleen nog maar op deze manier wil schrijven.

Het is dus niet Google die je website bepaalt



het is je bezoeker die je website bepaalt. En geloof me: dat is de Ă©nige ‘entiteit’ die je website zou moeten mogen bepalen.