A copywriting love story
Maandag ga ik op vakantie, en buiten is het bloedheet. Na de tagline-tagliatelle van de voorgaande weken schotel ik jullie daarom deze keer iets luchtigers voor.
Ik wil jullie een verhaal vertellen.
Het is het verhaal van mijn meest succesvolle tekst ooit.
Maar het is meer: het is een liefdesverhaal.
Allereerst:
Waaraan meet je het succes van een copywriter af?
Juist: aan wat zijn teksten opleveren. We schrijven immers om effect te sorteren; wat wij schrijven, moet iets doen met de lezer.
En deze tekst, ja, die had een enorm effect. Op korte én lange termijn.
Veel leesplezier! 😃
Het begon allemaal in november 2000.
Ik was net begonnen aan mijn studie Nederlands. Dus voor m’n vrienden was het duidelijk: ‘Jij kunt dus ook goed gedichten schrijven enzo!’
Mwoah. Toegegeven: ik frübelde weleens wat. Stiekem heeft íedere neerlandicus literaire aspiraties, denk ik.
Toen kwam de uitdaging, op een zaterdagavond in de kroeg:
“Kan jij van álle woorden iets maken?”
“Hoe bedoel je?”
“Nou, als ik je 2 woorden geef, kun jij daar dan een gedicht van maken?”
“Haha! Ja, natuurlijk! Leuk!”
“Ok: ‘hoofd’ en ‘borstkas’.”
“Euh…”
En dus ging ik aan de slag.
Deze vriend was een maand later jarig. Ik besloot om het gedicht voor te dragen als cadeau. Ik had er een ludieke ode van gemaakt, aan hem en zijn vriendin.
En het ging zo:
Bijpassend hoofd en borstkas
Een tijd geleden werd aan Kelly’s mooie hoofd
Brams brede borstkas beloofd.
Brams borstkas als Kelly’s steun en toeverlaat,
een liefde die haar hoofd nooit meer verlaat.
Iedereen traint voor een borstkas zo breed als die van Bram
en haalt over het hoofd de kam
ten einde Brams borstkas’ krullen te creëren
die de ogen in Kelly’s hoofd vereren.
O Kelly, blijf bij Brams borstkas.
O Bram, blijf bij Kelly’s hoofd.
Zodat je mij niet van het geloof berooft
dat liefde niet en nooit niets was.
– voor Bram & Kelly
Literair hoogstandje toch, of niet soms?! 😁
Welnu, ze vonden het fantastisch, en dit stel is nog steeds bij elkaar. Inmiddels getrouwd mét 2 kinderen.
Nee, dat succes kan ik waarschijnlijk niet claimen als effect van mijn gedicht. Moeilijk te bewijzen, in ieder geval. Dít was dan ook niet de tekst waarover dit verhaal gaat.
Dit verhaal gaat over waar deze uitdaging door een vriend uiteindelijk toe leidde, aan het begin van 2001…
In een rockcafé in Medemblik, januari 2001
Zo’n avond waar je als vriendengroep nog járen over napraat. Dat er iets in de lucht hangt, hoewel niemand z’n vinger erop kan leggen. Het was oergezellig. Tranen gelachen en onnozel gedaan. Zó’n avond.
Bijna ongemerkt drong een onbekende in ons midden. Ze heette Tamara, en was bevriend met Bram en Kelly. Ik zat naast Bram. Bram naast Tamara. Op een gegeven moment vertelde hij haar iets. Het bleek over mij te gaan: over het gedicht, waar hij nog steeds laaiend enthousiast over was.
Bram stond op. Ik schoof een plekje op naar haar, of zij naar mij. Dat weet ik niet meer. We raakten in gesprek.
En toen stelde ze dé vraag:
“Nu heb ik de neiging om je ook 2 woorden te geven.”
“Doe maar!”, zei een overmoedige ik.
“Ehm…’nummerplaat’ en ‘shirt’!”
“…Ok.”
“Maar…hoe krijg ik het dan te lezen?”
Goede vraag. Voor zover wij wisten, zagen we elkaar misschien nooit meer na die avond.
Het toeval wilde dat Kelly een maand later jarig was. Tamara:
“Dan lees je het dán voor!”
Tja.
Gezelligheid.
Mooi meisje.
Biertjes gedronken, en dus:
Zelfoverschatting.
Nauwelijks gehinderd door remmingen.
Gevolgen niet kunnen overzien.
Conclusie:
“Doe ik! Goed idee!”
En toen zat ik er dus aan vast. Ik ging een gedicht schrijven voor een meisje.
Onbezet. Dus wat mijn vrienden betreft hadden we al zo’n beetje verkering.
Maar ik was niet van plan er een liefdesverklaring van te maken. Ik was ook niet verliefd. En zij niet op mij, voor zover ik wist.
Terug kon ik niet meer, dus dan er maar vol in. Ik schreef het gedicht…
Een zaterdagavond in februari, 2001
Ik fietste naar het huis van Kelly. Het was niet zeker dat Tamara er zou zijn; ze had ook iets met vriendinnen afgesproken. Die zou ze misschien even meenemen naar de verjaardag. Maar misschien ook niet.
Wilde ik dat ze er was? Het zou ook een opluchting zijn als ik er onderuit kwam.
Maar ze was er. Ik zag het al door het voorraam toen ik aan kwam fietsen. *slik*
Nu moet je je dus voorstellen:
Een huiskamer vol met mensen. Mijn vrienden; goed, dat is veilig. Maar óók Kelly’s ouders én ooms en tantes. En dus Tamara met haar vriendinnen. Eén daarvan kende ik: die kwam uit hetzelfde dorp als ik. Fijn. Wat die avond gebeurde zou dus óók in mijn buurt snel rondgaan.
Ik, zenuwachtig? Kwetsbaar? Wat denk je zelf?
Ik wist het moment nog wat uit te stellen; we wachtten nog op een vriend van me, die er natuurlijk óók graag bij wilde zijn.
23.30 uur. Geen kant meer op. Nu of nooit.
Ik ging staan. De huiskamer viel stil. All eyes on me.
Ik schraapte mijn keel.
Daar ging ‘ie:
De Stof der Taal
Niets dat jij weet dan mijn naam
en dat is niet meer dan niets
het is mij gegeven maar niet mijn faam
en zeg niet, het is tenminste iets
Vergeet mijn woord, het is slechts vlees
verdrinken aan de oppervlakte is wat ik vrees
alsof dezelfde taal als op een nummerplaat
je vertellen kan wat er in mijn hart geschreven staat
Maar hoe spreek ik de taal van het afwezige woord?
hoe breng ik tijdelijk het eeuwige voort?
Trek mij het shirt zonder stof aan
en ik fluister je de naam van mijn bestaan
Alleen, het zal mijn dichtkunst ondermijnen
want zonder woorden valt er niets te rijmen
– voor Tamara
Wat wilde ik ermee zeggen?
Nogmaals: het was geen liefdesgedicht. Niet voor mij. Natuurlijk wilde ik haar best beter leren kennen. Ik denk dat dát de boodschap was.
Na mijn voordracht ging ze naar de kroeg met haar vriendinnen. Ik liet haar gaan, ondanks aansporingen van Bram dat ik ‘het ijzer moest smeden nu het heet was’.
Maar nee, we waren nog steeds niet verliefd. En hoewel ze het echt fantastisch vond, dit gedicht zorgde er ook niet voor dat ze voor me in katzwijm viel.
Ik vond het die avond wel even best, zo. (En geloof me: zoiets ‘flikken’ geeft een natuurlijke high waar je dagenlang op kan teren.)
Eén ding bleef me wel bij die avond: ze had een mooie glimlach.
Later hoorde ik dat ze het gedicht boven haar bed had gehangen.
Zo hadden we beide indruk op elkaar gemaakt. We wisten het nog niet, maar er was wel degelijk een vonkje aan het overslaan. In slow motion, want het deed er een half jaar over. Toch, zónder te doven en krachtig genoeg om een vuur te beginnen:
Uiteindelijk gebeurde het in augustus dat jaar, met kermis. (Voor de niet-Noord-Hollanders: da’s een ding, hier. Vergelijk het met carnaval in het zuiden.) Dit artikel zit alweer pittig aan de woorden, dus ik zal jullie dát verhaal besparen.
Maar de gevolgen, de opbrengst, toch zéker een direct gevolg van die ene tekst die ene avond?
Alleen maar de 3 allerbelangrijkste dingen in mijn leven:
15 mei 2009

Inmiddels alweer 6 jaar geleden…
18 november 2010

Eline
28 maart 2013

Jinte
Vraag aan mijn collega-copywriters:
Kunnen jullie híer overheen? ;-)
Tot eind juli, allen!
Ik ga de komende weken met bovenstaande opbrengsten kamperen bij de boer. :-D