Keyword-stuffing. Ook wel: keyword-spamming of in goed Nederlands ‘zoekwoordproppen’.
âSerieus, Arjan? Ga je het daar anno 2020 nog over hebben? Dat is zóóó 2003.â
Ik weet het. Maar waarom gebeurt het dan nog steeds? Waarom zie ik het zelfs gebeuren in webteksten van SEO-bureaus, die potverdorie toch beter zouden moeten weten?
Dus kan het geen kwaad dit kwaad wederom te benoemen. Omdat het iets zou moeten zijn wat we al in 2003 achter ons gelaten zouden moeten hebben. (O jee, 5 hulpwerkwoorden in 1 zin. Je kunt wel zien dat ik er helemaal emotioneel van wordt. đą)
Wat is keyword-stuffing?
Hier een mooi voorbeeld:
Dit voorbeeld van een hele foute SEO-tekst heb ik zelf verzonnen. Maar denk niet dat dit over-the-top is. Het komt voor. In mijn cursus gebruik ik deze klassieker, die rechtstreeks van internet komt:
Hier zit werkelijk alles in wat Google verboden heeft:
- Overmatige herhaling van het product dat ze willen verkopen, in allerlei mogelijke varianten: meer- en enkelvoud, met en zonder spaties, al dan niet in combinatie met andere zoekwoorden;
- Een eindeloze opsomming van plaatsnamen waar deze website op wil scoren;
- Een nog veel eindelozere opsomming van producten waarop ze óók gevonden willen worden, in alle mogelijke varianten.
Nu zal ik je eens iets vertellen: ik vind het niet eens zo erg, dat ondernemers dat doen. Dat wil zeggen: ik vergeef het ze graag. Want ik ga er vanuit dat ze het zelf hebben gedaan. Ze hebben de SEO-klok horen luiden, maar de klepel weten ze niet te hangen.
Uiteindelijk willen ze gewoon hun handel verkopen. Daar is niets mis mee. En als je dan ergens opvangt dat zoekwoorden herhalen werkt, waarom zou je het dan niet proberen om hoger in Google te komen? (Nou, daar zijn goede redenen voor. Daar kom ik zo op.)
Maar als het gebeurt op de website van SEO-specialisten, dĂĄn breekt mijn klomp. En kan ik het ze nĂet vergeven. Want nogmaals: die moeten beter weten. Check deze tekst maar eens:
Hoe vaak kun je âbovenaan in Googleâ in allerlei varianten in een tekst van krap 100 woorden proppen? Daarvoor moet je in ieder geval een paar zinnen verkrachten, zo blijkt:
- âBegin 2013 stonden we al op pagina 1 hoog in de zoekmachine.â
- âBovenaan in zoekmachine?â
Onbegrijpelijk.
(Inmiddels heeft dit bedrijf zân leven gebeterd. Deze tekst is niet meer terug te vinden.)
WaarĂłm moet je zoektermen eigenlijk niet overmatig gebruiken?
Velen zullen zeggen: omdat het niet meer werkt. Google kan je website zelfs terugzetten als je op deze manier probeert posities te winnen:
“Als u pagina’s vult met zoekwoorden of cijfers, leidt dit tot een negatieve gebruikerservaring en kan dit nadelig zijn voor de positie van uw site.” (Bron)
Maar dat het niet werkt, vind ik irrelevant. Het gaat namelijk om iets veel belangrijkers. Iets wat Google ook expliciet aangeeft in de zin hierboven: â een negatieve gebruikerservaringâ.
Dat is een nette manier van zeggen dat je bezoekers dit soort teksten klote vinden. Onleesbaar. Niet geschreven voor hén, maar voor de zoekmachinerobots. Je moet wel een retesterk USP hebben om deze belediging van hun intelligentie goed te maken, zodat ze alsnog contact met je opnemen.
DĂĄĂĄrom moet je zoektermen dus niet ‘stuffen’.
Hoe weet je of je aan het zoekwoordproppen bent?
Probeer je op enig moment geforceerd zoekwoorden in je tekst te stoppen? Dan ben je aan het proppen. Simpel, toch?
Maar als je een richtlijn zoekt: da’s lastiger. Niemand weet namelijk precies hoe Google dit bepaalt of berekent. Uit onderzoek zou het ‘proppercentage’ ergens tussen de 0,5% en 3% liggen. (Bron: https://www.rtmbusiness.nl/keyword-stuffing-percentage/)
Oftewel: als 0,5 tot 3 procent van je tekst uit hetzelfde zoekwoord bestaat, ben je al aan het keyword stuffen. Dus let op: als je één keer per 200 woorden je belangrijkste zoekterm gebruikt, kan dit door Google al als te veel worden beschouwd.
Nu hoop ik – en weet ik eigenlijk wel zeker – dat Google naar veel meer kijkt om te bepalen of je aan het forceren bent. Want nee, je moet niet expres zo vaak mogelijk een zoekterm gebruiken. Maar het moet ook niet zo zijn dat je het geforceerd gaat vermijden omdat je bang bent voor de Google-politie, terwijl je helemaal niets fout doet.
Het beste advies is en blijft in mijn ogen: schrijf je tekst op een zo natuurlijk mogelijke manier. En dat is: behalve in je titel (waar je belangrijkste zoekterm echt mĂłet staan) verder niet letten op hoe vaak je zoekterm in je tekst belandt. Meestal wijst het zich dan vanzelf.
Nog even over dat SEO-bedrijf met die spammy tekstenâŠ
Dat bedrijf leerde ik kennen omdat we een gezamenlijke klant hadden. Die klant isoleert vloeren. Ze vroegen mij een mooie SEO-tekst te schrijven om die dienst beter te verkopen.
Ik leverde mijn tekst aan, en zij zeiden: âDank je! We sturen âm door naar onze SEO-partner.â Niets mis mee, natuurlijk; er is altijd ruimte voor verbetering. Bovendien was ik wel benieuwd naar de mening van een andere specialist. Welnu, ik kreeg al snel een e-mail:
Ehm, nouâŠals ik dat had gedaan, moest ik om de zin zoân term erin fietsen. Het had mijn tekst totaal met de grond gelijk gemaakt.
Ik weigerde. “Doe het zelf maar”, zei ik. En dat deden ze: niet lang daarna belde de opdrachtgever mij. Hoe ik het durfde om zoân slechte tekst aan te leveren.
Je raadt het al: dat ging om de bewerkte tekst, waarin alle bovenstaande termen geforceerd verwerkt waren.
De klant zei: âO, dan ga ik hĂ©n even bellen.â
Daarna heb ik nooit meer iets van ze gehoord. Niet van de klant, niet van dat SEO-bedrijf. Begrijp jij het, begrijp ik het.
Maar keyword-spamming begrijpen we wĂ©l, hĂš? Dat is gewoon not done. Niet vóór 2003, niet nĂĄ 2003. En Ăn 2003 trouwens ook niet.
Nu wil ik geen bedrijf aan de schandpaal nagelen, maarâŠ
âŠwie heeft er nog sappige voorbeelden van overmatig gebruik van zoekwoorden? Deel ze hieronder, graag zonder links en bedrijfs- of persoonsnamen. Het is altijd leuk om je even te verbazen en verwonderen, toch? Ter leringh Ă©nde – toegegeven – vermaeck. đ